Hof Amsterdam 25 juni 2020, ECLI:NL:GHAMS:2020:1675
10-11-2020 | Categorie: Jurisprudentie
Evenredige vermindering bij samenloop erf- en schenkbelasting in combinatie met de BOR
Met de zogenoemde 180-dagenregeling van art. 12 lid 1 SW heeft de wetgever beoogd te voorkomen dat erfbelasting wordt ontgaan door kort voor het overlijden schenkingen te doen. Ingevolge art. 7 lid 2 SW wordt de schenkbelasting die is verschuldigd over de waarde van een verkrijging die als fictieve erfrechtelijke verkrijging wordt aangemerkt, met de daarover verschuldigde erfbelasting verrekend. De Hoge Raad heeft op 3 april 2020 beslist dat de evenredigheidsmethode moet worden gevolgd, en daarmee ligt vast wat er in de tekst van art. 7 lid 2 SW moet worden gelezen. Hof Amsterdam brengt in onderhavig arrest een nuancering op de verrekenmethode van art. 7 lid 2 SW aan met betrekking tot het voorwaardelijk vrijgesteld ondernemingsvermogen. In geval sprake is van een subjectieve vrijstelling (zoals in dit geval de ‘kindvrijstelling’) die betrekking heeft op de fictieve verkrijging en op overige (niet anderszins vrijgestelde) verkrijgingen, dan maakt het voor de uitkomst van de berekening niet uit of wordt uitgegaan van een fictieve verkrijging (teller) en een totale verkrijging (noemer) waaraan de vrijstelling evenredig is toegerekend dan wel de vrijstelling geheel buiten beschouwing blijft. Dit laatste is evenwel anders ingeval sprake is van een vrijstelling die objectgebonden is, zoals in het geval van toepassing van de BOR. Het voorwaardelijk vrijgesteld ondernemingsvermogen is uit de aard der zaak niet van toepassing op andere (fictieve) verkrijgingen. Naar het oordeel van het hof dient bij de vermindering van de erfbelasting op grond van art. 12 lid 2 SW, het voorwaardelijk vrijgestelde ondernemingsvermogen dan ook buiten beschouwing te blijven. Daarmee wordt voorkomen dat de erfbelasting door middel van de berekening van de vermindering naar evenredigheid ook aan het voorwaardelijk vrijgestelde ondernemingsvermogen zou worden toegerekend.
Meer informatie:
- Hof Amsterdam 25 juni 2020, ECLI:NL:GHAMS:2020:1675
- Estate Planner Digitaal 2020/10, in welk artikel mr. dr. K.M.L.L. van de Ven deze uitspraak analyseert. Als abonnee van Estate Planner Digitaal vindt u het artikel hier, een samenvatting vindt u hier.
Naar jurisprudentie overzicht