Hof Arnhem-Leeuwarden 19 december 2019, ECLI:NL:GHARL:2019:10987
01-04-2020 | Categorie: Jurisprudentie
Hof volgt onder omstandigheden latere vastlegging van mondeling overeengekomen uitsluitingsclausule
In navolging van de rechtbank oordeelt het hof in het kader van de afwikkeling van de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap van partijen dat de man de girale schenkingen van zijn ouders onder een uitsluitingsclausule heeft ontvangen. In april en mei 2012 is geld overgemaakt voor de aankoop van een woning. In december 2012 hebben de man en zijn ouders een notariële akte getekend waarin de mondelinge schenking en de voorwaarden waaronder deze is gedaan, zijn vastgelegd waaronder een uitsluitingsclausule. De stelling van de vrouw dat een uitsluitingsclausule bij de schenking moet worden gemaakt is op zichzelf juist, maar een schenking van hand tot hand (waarvan hier sprake is) is vormvrij en daarmee ook de uitsluitingsclausule. Blijkens de aangehaalde tekst is in de notariële schenkingsakte de eerdere schenking opgenomen die mondeling was overeengekomen. Gelet op het feit dat de notariële akte is opgemaakt in 2012, hetzelfde jaar als waarin de bedragen zijn geschonken en een aantal jaren voor de ontbinding van de gemeenschap waarin partijen waren gehuwd, is het hof van oordeel dat de stelling van de vrouw dat op de schenking geen uitsluitingsclausule van toepassing is, moet worden verworpen.
Meer informatie:
Naar jurisprudentie overzicht