Hof Arnhem-Leeuwarden 19 mei 2020, ECLI:NL:GHARL:2020:3936
29-05-2020 | Categorie: Jurisprudentie
Onwaardige echtgenoot kan ook geen aanspraak maken op aandeel in huwelijksgemeenschap
Een man, onherroepelijk veroordeeld voor de moord op zijn vrouw, is krachtens art. 4:3 BW onwaardig om van haar te erven. Thans heeft het hof in navolging van de rechtbank geoordeeld dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is dat de man bij verdeling van de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap aanspraak kan maken op (zijn aandeel in) de overwaarde. In tegenstelling tot het erfrecht kent het Nederlandse huwelijksvermogensrecht niet de wettelijke regel dat de echtgenoot die opzettelijk de dood van de andere echtgenoot heeft veroorzaakt zonder meer geen voordeel hoort te hebben van boedelmenging. Toch is het hof van oordeel dat de man in dit geval op grond van ditzelfde rechtsbeginsel geen voordeel mag hebben uit de boedelmenging, omdat dit ook naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn.
Meer informatie:
Naar jurisprudentie overzicht