Estate Planning Expert
 

ACTUEEL
19-11-2024 - Verrekening van eerder geheven erfbelasting bij tweede verkrijging uit dezelfde nalatenschap (WPNR 2024/7479)
13-11-2024 - Hof Amsterdam 29 oktober 2024, ECLI:NL:GHAMS:2024:2990

HR 26 februari 2016, nrs. 15/01396 en 15/01414, ECLI:NL:HR:2016:319 en ECLI:NL:HR:2016:320

LinkedIn
30-03-2016 | Categorie: Jurisprudentie

WOZ-waarde speelt geen rol bij gedeeltelijke kwijtschelding koopsom

In 2010 levert (schoon)vader een woning aan zijn dochter en haar echtgenoot (hierna: de verkrijgers). De koopsom bedraagt € 250.000. Over deze koopsom voldoen de verkrijgers 6% overdrachtsbelasting (€ 15.000). In de akte van levering scheldt (schoon)vader van de koopsom een bedrag van € 40.000 kwijt. De verkrijgers doen aangifte voor de schenkbelasting van een schenking van € 40.000. In de aangifte wordt verzocht om de betaalde overdrachtsbelasting door middel van verrekening in mindering te brengen op de schenkbelasting op grond van de samenloopregeling van art. 24 lid 2 SW. De inspecteur wijkt van de aangifte af en berekent de schenking aan de verkrijgers op € 48.000, uitgaande van de WOZ-waarde van € 258.000. Over het verschil tussen de overeengekomen koopsom en de WOZ-waarde (€ 8.000) is geen overdrachtsbelasting voldaan. De inspecteur meent dat er geen samenloop aanwezig is tussen overdrachtsbelasting en schenkbelasting, zodat er geen verrekening kan plaatsvinden.

Tussen de verkrijgers en de inspecteur is in geschil de omvang van de schenking en de hoogte van het bedrag van de overdrachtsbelasting dat in mindering strekt van de schenkbelasting.

In navolging van de Rechtbank Noord-Holland oordeelt het Hof Amsterdam dat, aangezien tegelijkertijd met de koop van de woning een deel van de koopsom is kwijtgescholden, sprake is van een samenstel van rechtshandelingen. Dit leidt er volgens het hof toe dat de koop van de woning en de kwijtschelding van een deel van de koopsom voor de toepassing van art. 24 lid 2 SW worden gelijkgesteld met de verkoop van een woning tegen een lagere prijs dan de waarde in het economische verkeer. Uitgaande van dit samenstel van rechtshandelingen is het object van de schenking een woning waarop het waarderingsvoorschrift van art. 21 lid 5 SW van toepassing is. De omvang van de schenking voor de schenkbelasting bedraagt volgens het hof derhalve € 48.000.

De Hoge Raad heeft de uitspraak van het hof vernietigd. De woning is aan de verkrijgers overgedragen tegen een koopsom van € 250.000, welke prijs gelijk is aan de waarde in het economische verkeer van de woning ten tijde van de overdracht. De verkoop van de woning tegen een prijs die gelijk is aan de waarde in het economische verkeer kan volgens de Hoge Raad geen schenking opleveren, omdat door die handeling de koper niet wordt verrijkt ten laste van het eigen vermogen van de verkoper. Onder die omstandigheden schuilt er in de verkoopprijs van de woning niet een schenking van de (schoon)vader aan de verkrijgers. De omstandigheid dat in de akte van levering van de koopsom een bedrag van € 40.000 is kwijtgescholden, hetgeen een schenking in de zin van de Successiewet inhoudt, brengt volgens de Hoge Raad niet mee dat het object van deze schenking de woning is. Dat wordt niet anders doordat de verkoop van de woning en de kwijtschelding van een deel van de koopsom zodanig met elkaar samenhangen dat zij voor de toepassing van art. 24 lid 2 SW als een samenstel van rechtshandelingen worden beschouwd. Dit betekent dat het bij de schenking verkregene in aanmerking moet worden genomen naar de waarde van de kwijtschelding, te weten € 40.000. Waardering van de woning met toepassing van het waarderingsvoorschrift van art. 21 lid 5 SW is dan niet aan de orde.

Volgens de Hoge Raad is in dit geval ook de samenloopregeling van art. 24 lid 2 SW van toepassing. De strekking van die bepaling is dubbele belasting te voorkomen in gevallen waarin ter zake van een rechtshandeling of een samenstel van rechtshandelingen dat als één geheel is te beschouwen, overdrachtsbelasting en schenkingsrecht zouden worden geheven over hetzelfde bedrag. Omdat een zodanig samenstel zich in dit geval voordoet, volgt dat art. 24 lid 2 SW naar zijn strekking van toepassing is. De bewoordingen van die bepaling staan daaraan niet in de weg.

Volgens de Hoge Raad dient de verschuldigde schenkbelasting als volgt te worden berekend: belaste schenking (€ 40.000 -/- vrijstelling € 5.000 =) € 35.000 à 10% is € 3.500, waarop in mindering komt 6% van € 35.000 = € 2.100. Van de aldus voor de beide verkrijgers resterende schenkbelasting (€ 1.400) komt € 700 voor rekening van dochter en € 700 voor rekening van haar echtgenoot.

Meer informatie:

Naar jurisprudentie overzicht


Naar boven

Wilt u beter adviseren over estate planning?
Meld u dan vandaag nog aan voor de meerdaagse opleiding Estate Planning Specialist

Uitgebreide Modellen Levenstestamenten
Completer dan ieder ander model, inclusief toelichting voor de levenstestateur

Kent u onze Estate Planning Tools al?
De meest geavanceerde reken- en datatoepassingen op de Nederlandse markt

Gebruiksvriendelijke Modellen Testamenten
Altijd up-to-date en inclusief een uitgebreide en heldere toelichting voor de testateur

Uniek in de markt: Aangifte Erfbelasting
Om op snelle, efficiënte en veilige wijze digitaal aangifte erfbelasting te kunnen doen

Twitter Linkedin